Voetnoten bij het artikel van Jos de Meyere, "Een Utrechts beeld van Karel V" in
Tijdschrift Oud-Utrecht, december 2000
S.Muller, Oude Huizen te Utrecht, Utrecht 1911, 42.
A.Schoemaker, Beschryving der stad Uytregt, dl.2, 130, ms., z.pl.,
z j. (circa 1700), Den Haag, Koninklijke Bibliotheek.
Idem. Karel V droeg de regering niet in 1556 over aan zijn zoon Philips
II, maar in 1555. Het Huis De Keyser bestond al in 1556, zodat Schoemaker
verbouwing moet hebben bedoeld.
De Hoogs tekening werd gepubliceerd in Muller (noot 1), 41 en afb. XXIII.
Muller (noot 1), 41: "Surrurier, die zijne verzameling omstreeks 1730
heeft samengesteld, werkte gewoonlijk niet minder onnauwkeurig dan zijne
consorten, maar naar goede voorbeelden; zijne teekening, die de twee huisjes
nog geheel voorstelt in hun oorspronkelijken toestand, levert dus voor de
reconstructie een zeer belangrijk materiaal, hoe slecht en hoe verkeerd
begrepen dit materiaal ook weergegeven mogen zijn".
Catalogus van het Historisch Museum der Stad, Utrecht 1928, nr. 396
en J.Klinckaert, De verzamelingen van het Centraal Museum Utrecht 3
Beeldhouwkunst tot 1850, Utrecht (Centraal Museum) 1997, 501-502 nr. 281.
Catalogus Carolus, Gent 2000, 46.
C.Lutakis en H.Ottomeyer, Herkules. Tugenheld und Herrscherideal. Das
Herkules-Monument in Kassel-Wilhelmhöhe, Kassel 1997, 61 en 64.
Zie in dit verband catalogus Krönungen – Könige in Aachen – Geschichte
und Mythos, 2 dln., Aken 2000.
G.de Tervarent, Attributs et symboles dans l'art profane 1450-1600,
Genève 1958, 126-127.
Idem, 156-157.
Idem, 199-200.
Zie noot 7.
C.Kramm, De Levens en Werken der Hollandsche en Vlaamsche
Kunstschilders, Beeldhouwers, Graveurs en Bouwmeesters, dl. 4, Amsterdam
1860, 1212.
Muller (noot 1), 41.
Klinckaert (noot 6), 502.
L.Bogaers, "Karel V en Utrecht (1528-1555). De haat-liefdeverhouding
tussen een stad en haar keizer", in: Tijdschrift Vereniging
Oud-Utrecht, april 2000, 40.
Zie noot 2.
R.de Bruin, "De restauratie van een keizerbeeld" in: Nieuwsbrief
Conservering en Restauratie (Centraal Laboratorium voor Onderzoek van
Voorwerpen van Kunst en Wetenschap, Amsterdam), nr. 10, januari 1995, 1.
Muller (noot 1), 42.
Klinckaert (noot 6), 501.
W.Kuyper, The Triumphant Entry of Renaissance Architecture into the
Netherlands, Alphen aan den Rijn 1994, 129.
J.C.Calvete de Estrella, El Felicissimo Viaie d'el Muy Alto y Muy
Poderoso Principe Don Phelippe, Hijo d'el Emperador Don Carlos Quinto
Maximo, Antwerpen 1552.
Over het aandeel van Jan van Scorel bij de Blijde Inkomst in 1540 is
slechts bekend dat hij het ontwerp leverde voor een beeld, voorstellende "De
afgunst"; dat wordt vermeld in: C.Valerius, Brevis Narratio eorum quae
nuper in adventum Coroli V, Antwerpen 1566, 80.
Kuyper (noot 22), 190.
Biografie van Willem van Noort door B.A.Ross in catalogus Kunst voor de
beeldenstorm, Amsterdam (Rijksmuseum) 1986, 302-303 en Utrechtse
biografieën 2, Amsterdam-Utrecht z.j., 115-118.
In het "Stat dagelix boec", dat bewaard wordt in Het Utrechts Archief,
wordt op 18 januari 1546 in de raad "gelesen sekere concepte by mr. Willem van
Noordt meselriemeester gemaict ende geconcipieert, omme op meeste te weten die
sommatie wattet costen soude die voirseide gevel van hasenberch off te breken
ende gelijkck lichtenberch te stellen". Eerst vijf maanden later, op 18 juni
wordt de opdracht "mit alle die materialen van steen, calck, houtwerk,
yserwerck ende tpatroon dairvan" gegeven aan Willem van Noort.
J.A.L.de Meyere, Jan van Scorel, schilder voor prinsen en prelaten,
Utrecht (Centraal Museum) 1981, 36.
J.J.Dodt van Flensburg, Archief voor Kerkelijke en Wereldsche
Geschiedenissen, inzonderheid van Utrecht, dl. 3, Utrecht 1843, 230.
Idem, 217.
Idem, 220.
Zie verder volgende kaart